Albert Camus en ‘La Peste’

Onze geschiedenis vloeit voort uit verhalen van het verleden. Wanneer ons iets ‘nieuws’ overkomt, dan kijken mensen doorheen de geschiedenis en zoeken ze antwoorden. Albert Camus helpt ons vandaag nog steeds met zijn boek La Peste, uitgebracht in 1947, een weg te vinden door deze heisa. 


Albert Camus

Nog nooit is het boek La Peste van de Nobelprijswinnaar voor de literatuur zoveel gelezen als vandaag. Het is de kroniek van een Algerijnse stad dat zich in de greep van een dodelijke ziekte bevind. De getroffenen sterven aan een snelle en vreselijke dood. De andere inwoners worden in quarantaine geplaatst en geconfronteerd met gevoelens als angst en onwetendheid, met andere woorden het is een boek dat het gedrag dat wij nu stellen beschrijft.
Albert Camus’ rode draad in vele van zijn boeken is het absurde van de twinstigste-eeuwse samenleving. Oorlogen en langdurige ziektes maakten nu eenmaal deel uit van zijn leven, vandaar ontwikkelde hij een filosofische stroming, het absurdisme, een zijtak van het existentialisme van Sartre. Volgens Camus is het leven in essentie betekenisloos. Mensen zijn tevergeefs opzoek naar betekenissen in hun leven en dit zorgt voor een menselijk lijden, volgens absurdisten. 

Onmogelijk voorbeid


Onmogelijk voorbereid, vanuit deze gedachte startte ik dit fantastische boek. 
In het stadje Oran, een vredige kuststad in Algerije, komen de inwoners op straat en zien overal ratten sterven nabij hun huizen. Het was een vreemd fenomeen waar niemand veel aandacht om gaf. Tot er in een maand tijd maar liefst 6231 ratten werden opgehaald en verbrand. Aan het eind van deze rattenmaand ontstond een nieuwe ziekte, volgens dokter Rieux, de protagonist in dit verhaal. In de stad brak angst en onwetendheid uit. “Het was als een kerngezond mens wiens trage bloed zich plotseling begint te roeren” (Albert Camus, 1947, p. 23). De inwoners van Oran stonden aan het begin van een grote ramp en hadden er nog geen besef van wat hen te wachten stond. 
Je had ook uitzonderingen, natuurlijk, mensen die aan zichzelf dachten en niet geloofden in plagen. Maar ook hun visie diende veranderd te worden doorheen de tijd, er stierven namelijk heel wat mensen. Het is vaak zo dat een dode slechts indruk maakt als je hem dood hebt gezien. Deze ongelovigen meenden vrij te zijn, maar niemand zal ooit vrij zijn zolang er plagen bestaan, om het in de woorden van Camus te zeggen. 
Ook de prefectuur, nu zouden we het gewoon onze overheid noemen, was in angst en ten einde raad. Terwijl dokters wel degelijk wisten dat de pest heerste onder de mensen, bleef de prefectuur zich niet uitspreken en bleef alles dus maar zoals het was. De rust moest bewaard blijven. Ondanks het feit dat  dokter Rieux bleef aandringen om de stad te sluiten en dringende maatregelen te treffen. 

Maatregelen



Wie rust wil, moet de schuldige vinden. Een schuldige aanduiden heeft altijd een dubbel effect. Die is namelijk zowel de oorzaak van rust als onrust. De inwoners duidden de prefectuur aan als schuldige. Zij waren volgens hen de oorzaak van deze gruwelijke rattenplaag. Dus bleven de mensen door de stad zwerven en terrasjes bezoeken. Er heerste een gevoel van festiviteit want cafés en cinema’s bleven open. 
Maar dit kon natuurliijk niet blijven duren, uiteindelijk werd dan toch de pest aan het plebs openbaar gemaakt en sloten de stadspoorten af. Het was voor niemand nog toegelaten de stad binnen of buiten te gaan. Allen werden in quarantaine geplaatst. Vanaf dat moment was de pest zogezegd een zaak van ons allemaal. “De mensen hadden het gevoel verbannen te zijn. Een leegte die iedereen voortdurend in zich droeg, die speciale emotie, het zinloze verlangen de tijd terug te draaien of juist te versnellen” (Albert Camus, 1947, p. 86).
Wat Rieux ook opviel was dat het aantal voetgangers aanzienlijk steeg. Nog nooit werd er zoveel gewandeld en de natuur zo geapprecieerd. 
Na enkele maanden werd de pest nu écht een zaak van ons allemaal. “Zelfs de mensen die er niet aan lijden lopen ermee rond” (Albert Camus, 1947, p. 135). De pest had iedereen beroofd van het vermogen tot liefde, zelfs tot vriendschap. Vele mensen werden roekeloos en staken hun huis in brand in de illusie dat ze daarmee de pest uit de weg ruimden. Een groot deel van de populatie werd werkloos en er heerste naast de pest nu ook een grote economische crisis. 
Ook de kerk had in deze tijd een belangrijke invloed op de inwoners van oran, zoals gewoon was in die tijd. De priester verkondigde dat zij deze plaag verdiend hadden en dat ze tot God moeten bidden, zodat deze pandemie verdwijnen zou. “Ze bleven allemaal doof voor de stem van God” (Albert Camus, 1947, p. 255). In het begin, toen de pest nog een ziekte leek als een andere, was er nog plaats om religie aandacht te schenken. Maar toen de plaag bleef duren, werd het volk opstandiger en kreeg religie alsmaar minder en minder aandacht. 
Uit de pest leerde Rieux dat mensen niet zonder elkaar kunnen. De pest bracht mensen samen en er ontstond een samenhorigheidsgevoel. “Al wat de mens kon winnen in het spel van de pest en van het leven, was kennis en herinnering” (Albert Camus, 1947, p. 329).



Corona vs Albert Camus en zijn boek


Het was precies of ik een recent boek las dat de gebeurtenissen van februari 2020 tot nu beschreef. La peste van Albert Camus heeft namelijk zoveel raakpunten met de realiteit vandaag. 
Ik som er enkele op:
-       Aan het begin van deze pandemie stelden heel wat mensen zich ook ongelovig op. Ze gaven ‘lockdownparty’s’, staken de grens over om op café te gaan, bleven rondlopen op straat,… Maar toen de overheid en de veiligheidsgraad ingreep en er heel wat doden vielen, kwam bij hen ook plots de ernst van de situatie aan het licht.
-       Ook vandaag zijn wij bezig met het aanwijzenvan schuldigen. Kijk maar naar de Amerikaanse president Donald Trump die tot voor kort nog telkens sprak over een ‘Chinese virus’. 
-      Ondertussen stellen Amerikanen ook roekeloos gedrag, ze injecteren ontsmettingsmiddel. Dat zou volgens Trump het virus doen verdwijnen. 
-      Wij zien ook heel wat wandelaars en sporters vandaag. Vele mensen zoeken opnieuw de natuur op, net zoals ik in mijn andere blog geillustreerd heb (zie hier).
-   Vele mensen hebben een gevoel van leegte doordat er zo weinig te doen is. Het virus is eentonig.
-       Vele (technische) werklozen.
-       Economische crisis. 
-       


Maar wat mij vooral opvalt, is het verschil in aansprakelijkheid van de kerk. Vandaag heeft de kerk op vele van ons, en dan richt ik mij vooral op ouders en jongeren, heel weinig invloed. Dat ervaar ik toch tenminste. In het verhaal zien we de kerk vaak terugkomen en heeft die een cruciale rol, alhoewel ik dit uiteindelijk moet nuanceren. Tijdens het lezen kwam alsmaar meer kritiek op de kerk en werden vele mensen ongelovig, doordat de pest zolang over de mensen heerste. Ik dacht vaak aan de uitspraak van Karl Marx: “religie is een opium van het volk.” De mens had door dat religie voor hen een middel was om de problemen rond de pest even te vergeten en alles te relativeren. Want volgens de kerk moet je strijden in de wereld om dan uiteindelijk naar de hemel te gaan, waar alles goed is.


Het absurdisme


Camus leert mij dat dit een absurde situatie is. ‘Absurd’ is een kernbegrip uit de filosofie van Albert Camus en wat hij eruit begrijpt, is volgens mij dat wij mensen in ons leven altijd behoefte hebben aan rede, zin en betekenis. Maar het universum volstrekt die behoefte niet, het lijkt onverschillig tegenover ons te staan. Zo’n virus als corona is volgens mij een perfecte illustratie voor dat absurde. Als het nu door God als straf was gestuurd, kon je er nog iets van betekenis aan geven. Maar wat als het nu gewoon toeval is? Zonder wil en kwade intenties. Terwijl dat virus zonder de mens helemaal niet bestaat, het zou ons dankbaar moeten zijn want het heeft een ‘host’ nodig. Ik denk dat het absurde hierin naar boven komt. En wij leven gewoon in een absurde situatie waarin dit allemaal kan gebeuren. Uiteindelijk zijn we allemaal ten dode veroordeeld maar nu is de dood plots evident terwijl het er al altijd is geweest. Maar toch moeten we het leven aangaan. Hij vergelijkt ons leven met dat van Sisyfus, hij die de rotsblok omhoog moest duwen en uiteindelijk telkens terug naar beneden rolde. We moeten dit absurde erkennen maar uiteindelijk de wanhoop geen kans geven. Het absurdisme is het begin maar niet het einde. En dit wordt ook duidelijk op het einde van het boek. “Uiteindelijk besloot Rieux het verhaal te noteren dat hier enidigt , zodat hij niet zou behoren tot degenen die zwijgen, zodat hij kon getuigen voor de pestslachtoffers, zodat hij tenminste een herinnering achterliet aan de onrechtvaardigheid en het geweld dat hun was aangedaan, en zodat hij heel eenvoudig kon doorgeven wat je van plagen kunt leren, namelijk dat er in de mens meer te bewonderen dan te verachten valt” (Albert Camus, 1947, p. 350). 
Misschien is dit onze kans om te laten tonen dat het ook echt zo is? 




Albert Camus (1947)



Referenties


Camus, A. (1947). De Pest. Zeventiende druk 2020. Amsterdam: De Bezige Bij.  






Comments

  1. Veel leesplezier!
    Btw: ik heb vaak problemen met lettertypes, opsommingen en foto's. De opmaak in mijn 'edit' onderdeel ziet er wat anders uit dan hier. Iemand die mij hierbij kan helpen? Of zitten jullie met hetzelfde probleem?

    ReplyDelete
    Replies
    1. Ik heb hetzelfde, mijn opmaak is goed tot dat ik het upload, dan verandert de lettergrootte of kleur.

      Delete
  2. Dag Hannes, ik zie inderdaad gelijkenissen tussen onze blogposts. Ik vind het heel interessant dat je het boek zelf gelezen hebt en er af en toe een quote uit gebruikt voor in je blog. Dit zorgde ervoor dat ik nog meer getriggerd ben om het boek zelf ook eens te lezen. Ik hoop hierbij dezelfde ervaringen als jou te mogen ontdekken. Dank je wel!
    (Ps: Bij mij lukt het vaak ook niet om de lay-out te behouden, mijn foto's verspringen steeds.)

    ReplyDelete
  3. Dag Hannes

    Ik vind dat je een zeer goede schrijfstijl hanteert waardoor je je blogs leuk maakt om te lezen! Het is zeer interessant om te lezen hoe je doorheen je posts voortdurend linken kan leggen naar personen die onze geschiedenis wat hebben bijgedragen. Het boek kende in voorheen je post persoonlijk niet, maar het lijkt me interessant om eens te lezen!

    Groeten
    Femke

    ReplyDelete
  4. Ik wou, als Algerijn, zelf ook een post schrijven over Camus, maar ben hier wegens tijdsgebrek niet aan toegekomen. Ik ben geen fan van hem, omwille van het feit dat hij, ondanks dat hij omringt was door Algerijnen, uitsluitend schreef vanuit een Frans perspectief. Hij vermeld de kerk, gemakshalve vergetend dat het merendeel van de bevolking moslim was. Zoals we nu tijdens de coronacrisis ook zien is een pandemie een kans om ongelijkheden binnen maatschappijen te belichten. Camus slaagde erin om de ongelijkheden van de kolonisatie volledig te negeren, wat hypocriet is voor iemand die destijds schreef over de nazibezetting van Frankrijk.

    ReplyDelete

Post a Comment

Popular posts from this blog

Epicurisme in tijden van corona

Een terugblik